Vastleggen Beweging

Verschillende Soorten Beweging

In dit hoofdstuk nog eens alles op een rijtje wat met beweging te maken heeft. Er is een onderscheid te maken tussen de volgende handelingen:

• Vastleggen van beweging terwijl de camera niet beweegt.
• Vastleggen van beweging terwijl de camera beweegt.
• Suggestie van beweging

Vastleggen Beweging Met Rear Sync Flits

Met Rear Sync (Eind Synchronisatie) gaat de flits af juist voordat de opname gereed is. Indien in het donker een foto wordt gemaakt met een belichting van 1 seconde dan zal aan het einde van de opname, vlak voordat de opname stopt, de flits afgaan.

De methode wordt gebruikt bij het fotograferen van bewegende objecten (in een "donkere" omgeving). Bij de foto van een voorbij rijdende auto zullen er vegen ontstaan door de achterlichten. Wanneer de flits aan het begin afgaat zullen de strepen van de achterlichten door de auto heen staan. Wat een onnatuurlijke opname geeft. Indien de flits aan het eind van de opname zit dan zal de veeg van de achterlichten achter de auto zitten. Als een spoor wat heel natuurlijk overkomt en goede weergave is van beweging en snelheid.

Vastleggen Beweging Door Meebewegen Met Object

Het is mogelijk met de camera mee te bewegen met het object zodat de beweging (snelheid) van het object kan worden versterkt door "vegen" die ontstaan in de achtergrond.

Hierbij moet de sluitertijd niet te kort worden gekozen. Een object dat zich met een snelheid van 50km/h beweegt zal bij een sluitertijd van 1/15s zich ongeveer een meter verplaatsen.

Gaat het object sneller, b.v. een raceauto met een snelheid van 300km/h kan voor een sluitertijd worden gekozen van 1/60s. De "veeg" is dan ongeveer 1,5 meter. Een kortere sluitertijd is ook wel gewenst want de afstand tot het object is wellicht groter en er zal gebruikt worden gemaakt van een lens met een grotere brandpuntstafstand.

Laat het duidelijk zijn dat veel opnames niet gebruikt kunnen worden omdat ze gewoon mislukt zijn. Wees tevreden met een paar supershots. De kenner zal weten hoe moeilijk het is geweest om de foto te schieten.

Vastleggen Beweging In Het Object Zelf

Denk hier aan een hardloper. Wordt gekozen voor een snelle sluitertijd (sneller dan 1/1000) dan zal het beeld bevroren zijn. Alle indicatie van snelheid is eruit verdwenen.

Kiezen we voor een sluitertijd van 1/60s dan zullen de voeten en handen niet scherp zijn als gevolg van de beweging. De voeten van een hardlopen verplaatsen zich ongeveer 10cm.

Door mee te bewegen met de hardloper wordt de body scherp en zullen voeten, onderbenen en handen enige beweging­onscherpte (veeg) vertonen waardoor de snelheid van beweging wordt geaccentueerd.

Vastleggen Beweging Door Langere Sluitertijd

Wanneer een waterval wordt gefotografeerd met een korte sluitertijd dan zal het beeld bevriezen en de loop van het stromend water niet zichtbaar zijn. Door voor een sluitertijd van minimaal 1/15s - 1/8s te kiezen zal de waterloop zichtbaar worden en overkomen als stromend water. Afhankelijk van de soort waterval kan zelfs een sluitertijd tot 1s gewenst zijn voor het mooiste effect.

Aangezien een waterval in de regel goed verlicht is kunnen de lange sluitertijden alleen worden gerealiseerd in combinatie met een grijsfilter.

Suggestie Van Beweging

Het kan diverse redenen hebben waarom beweging een opname gewenst is. Stel dat een product opname van een paar schaatsen moet worden gemaakt. Indien in dit beeld de suggestie van beweging kan worden gebracht zal de koper de schaatsen associëren met snelheid.

De suggestie van beweging kan door bewegen van de camera en te kiezen voor een langere sluitertijd. Er kan b.v. 1 seconde belicht worden waarbij juist vlak voor het einde van de opname de camera wordt weggedraaid. Hierdoor ontstaat een duidelijk beeld als gevolg van 0,8s belichting tijdens stilstand van de camera en een streperige opname over de periode van 0,2 seconde toen de camera werd weggedraaid. De camera zal op een statief moeten worden geplaatst.

Andere mogelijkheid is om twee foto's te combineren. Eerst maak je een gewone foto van het object. De tweede opname is met een langere sluitertijd van b.v. 0,5s. Zodra de spiegel weg klapt beweeg je de camera met een rustige beweging. Op de computer kunnen beide opname worden gecombineerd.

Wees creatief, het is ook mogelijk om combinaties te maken met de zoomlens (in of uitzoomen terwijl de lens openstaat). Ook met fotobewerkingsprogramma's is veel mogelijk maar maak het niet te bont want dan heeft het niets meer met fotografie te maken.

Afhankelijk van de situatie kan ook gebruik worden gemaakt van "Slow-Sync" synchronisatie. Kies voor een sluitertijd van 1/4s tot 1/16 seconde en beweeg de camera tijdens de opname. De flits zal zorgen voor een bevroren opname en de beweging geeft een veeg. Let wel op dat je de camera de goede kant op beweegt!